SV | Toen nam Ik uw vader Abraham van gene zijde der rivier, en deed hem wandelen door het ganse land Kanaan; Ik vermeerderde ook zijn zaad en gaf hem Izak. |
WLC | וָ֠אֶקַּח אֶת־אֲבִיכֶ֤ם אֶת־אַבְרָהָם֙ מֵעֵ֣בֶר הַנָּהָ֔ר וָאֹולֵ֥ךְ אֹותֹ֖ו בְּכָל־אֶ֣רֶץ כְּנָ֑עַן [וָאֶרֶב כ] (וָאַרְבֶּה֙ ק) אֶת־זַרְעֹ֔ו וָֽאֶתֶּן־לֹ֖ו אֶת־יִצְחָֽק׃ |
Trans. | wā’eqqaḥ ’eṯ-’ăḇîḵem ’eṯ-’aḇərâām mē‘ēḇer hannâār wā’wōlēḵə ’wōṯwō bəḵāl-’ereṣ kənā‘an wā’ereḇ wā’arəbeh ’eṯ-zarə‘wō wā’eten-lwō ’eṯ-yiṣəḥāq: |
Toen nam Ik uw vader Abraham van gene zijde der rivier, en deed hem wandelen door het ganse land Kanaän; Ik vermeerderde ook zijn zaad en gaf hem Izak.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen nam Ik uw vader Abraham van gene zijde der rivier, en deed hem wandelen door het ganse land Kanaän; Ik vermeerderde ook zijn zaad en gaf hem Izak.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!